Hoe gaat de operatie precies in zijn werk?
U wordt als patiënt de dag van de operatie opgenomen in het ziekenhuis.
De operatie vindt plaats onder een algemene narcose (de patiënt "slaapt").
Via een sneetje van zo'n 4 tot 7 cm horizontaal in de hals wordt de schildklier opgezocht en vrijgemaakt. Dit sneetje ligt ongeveer anderhalve centimeter boven het borstbeen. De precieze grootte hangt in belangrijke mate af van hoe groot de te verwijderen schildklier juist is. Het sneetje wordt gemaakt op een huidplooi, om het litteken achteraf zo onopvallend mogelijk te maken. Gelukkig geneest een wonde in de hals meestal erg mooi. De hechtdraad lost vanzelf op en moet achteraf niet verwijderd worden.
Het belangrijkste onderdeel van de operatie is de stembandzenuw. Deze zenuw loopt zowel links (voor de linkerstemband) als rechts (voor de rechterstemband) heel nauw tegen de schildklier. Het is dan ook belangrijk dat deze zenuw niet gekwetst wordt en alle voorzorgen hiervoor worden steeds genomen. Indien dit toch het geval zou zijn, bestaat er een kans op blijvende zwakke stem of heesheid na de operatie. Gelukkig is dit heel erg zeldzaam.
Daarnaast wordt de schildklier omringd door enkele bijschildklieren (gewoonlijk 4). Dit zijn heel kleine orgaantjes die op zich niets met de schildklier te maken hebben maar er wel vlak tegenaan kleven. De bijschildklieren staan in voor het calcium-gehalte van het bloed. Ze zijn met het blote oog moeilijk te herkennen en worden vaak gekneusd tijdens de operatie. Soms wordt er zelfs onbedoeld eentje verwijderd. Na de operatie zijn schommelingen in het calcium-gehalte van het bloed dan ook niet ongewoon. Gelukkig zijn deze schommelingen bijna altijd binnen enkele dagen verdwenen. Om de schommelingen op te vangen, krijgen patiënten na de operatie meestal gedurende enkele dagen extra calcium-tabletten voorgeschreven.
Na de operatie worden er meestal één of 2 kleine drains geplaatst. Een drain is een plastic buisje dat iets onder het litteken vanuit de wonde naar buiten komt, om het wondvocht zoveel mogelijk naar buiten te leiden. De drain zorgt zo voor een betere wondgenezing. Gewoonlijk kan hij daags na de operatie al verwijderd worden, simpelweg in bed door de verpleegkundige.
In het algemeen blijft de patiënt één tot 2 nachten in het ziekenhuis.
Ook alle schildklier en bijschildklier ingrepen worden binnen onze dienst geopereerd door dr Dirk Servaes AZT samen met dr Vangenechten.
Een multidisciplinaire samenwerking met de dienst Endocrinologie is hiervoor opgestart.
Hoe gebeurt de opvolging?
De patiënt gaat naar huis met een verband op de wonde. Dit verband mag gewoon ter plaatse blijven tot op de controle-afspraak. Als de schildklier volledig verwijderd werd, wordt er schildklierhormoon voorgeschreven voor thuis. Een 14-tal dagen na de operatie wordt een afspraak bij de chirurg voorzien. Hier wordt het verband verwijderd. Hierna is geen wondzorg meer nodig. Tevens gebeurt een bloedcontrole om schildklierhormoon en calcium te meten. Gewoonlijk is hierna geen chirurgische opvolging meer nodig.
Een 6-tal weken na de operatie wordt een afspraak bij de behandelende endocrinoloog voorzien met opnieuw een bloedcontrole. De verdere opvolging gebeurt via de endocrinoloog en de huisarts.
Wij gebruiken geen cookies, slaan geen persoonlijke informatie over onze gebruikers op en voldoen aan de Europese GDPR wetgeving.